Factsheet voor het maken van de transitievisie warmte en uitvoeringsplannen door gemeenten. Versie: 8 januari 2021
Infraroodpanelen (IR-panelen) zijn een vorm van directe elektrische verwarming. Een paneel zet een deel van de elektriciteit om in infraroodstraling en een (bij voorkeur klein) deel in convectiewarmte. De straling zorgt voor plaatselijke verwarming, die door veel mensen als comfortabel wordt ervaren. Infrarood panelen gebruiken veel elektriciteit. Als hoofdverwarming zijn infraroodpanelen daarom alleen bruikbaar in goed geïsoleerde gebouwen. De panelen zijn als bijverwarming goed te gebruiken voor ruimtes die je maar een deel van de tijd verwarmt, of voor koude hoeken in een verwarmde ruimte. Als in een buurt veel eigenaren voor deze techniek kiezen is verzwaring van het elektriciteitsnet nodig.
Print deze pagina
Infraroodpanelen stralen gericht warmte uit, bij voorkeur naar de plekken waar mensen zitten of bezig zijn. De rest van de ruimte kan dan eventueel minder verwarmd worden. De stralingswarmte is voelbaar tot zo’n 3 meter. Om wél een hele ruimte, of zelfs een hele woning te verwarmen met infraroodpanelen moeten meerdere infraroodpanelen tegelijk aanstaan. Dat kost veel elektriciteit.
Een elektrisch stralingspaneel bestaat meestal uit:
De temperatuur van de frontplaat, vaak circa 100 °C, bepaalt de golflengte van de warmtestraling (infraroodstraling) en de warmteafgifte per m². Naarmate de temperatuur toeneemt, wordt de ervaren straling intenser en de golflengte korter.
De term infraroodverwarming is niet beschermd en er bestaan diverse interpretaties wat je onder infraroodverwarming verstaat. In deze factsheet gaat het over stralingspanelen met een hoge oppervlaktetemperatuur (orde grootte van de eerder genoemde 100 °C).
In goed geïsoleerde huizen (bouwjaar vanaf 2000 of heel goed nageïsoleerde oudere woningen) kan volledige verwarming met infraroodpanelen een alternatief voor aardgas zijn. Ook voor relatief kleine appartementen kunnen infraroodpanelen een oplossing zijn. Voorwaarde is wel dat je de panelen selectief gebruikt. Slimme thermostaten zijn aan te raden om je infraroodpanelen mee aan te sturen. Zo voorkom je dat IR-panelen langdurig aanstaan zonder dat er mensen aanwezig zijn. Door de snelle aanwarmtijd is de aansturing volledig anders dan bijvoorbeeld bij vloerverwarming.
Als bijverwarming kun je infraroodpanelen ook toepassen in een minder goed geïsoleerde woning, bij voorkeur als aanvulling op een energiezuinige basisverwarming, bijvoorbeeld met een warmtepomp.
Comfort is bij infraroodpanelen een aandachtspunt. De stralingswarmte komt direct en lokaal van het paneel aan het plafond of de wand, en dat wordt door gebruikers vaak als prettig ervaren. Maar, als in een ruimte de onderlinge temperatuurverschillen te groot worden, kan dat oncomfortabel voelen. Dat heet stralingsassymetrie. De verdeling van de IR-panelen over de ruimte en de afmetingen van de panelen zijn van belang om grote temperatuurverschillen te voorkomen.
Een infraroodpaneel als bijverwarming kan het energieverbruik van de hoofdverwarming verminderen. De eventuele besparing op energieverbruik hangt af van het gebruik van het infraroodpaneel (het liefst zeer selectief) en van de mate van isolatie van het gebouw. IR-panelen als bijverwarming kunnen een toevoeging zijn voor lagetemperatuursystemen, zoals warmtepompen. IR-panelen kunnen bijspringen bij piekbelasting of worden ingezet in ruimten die je weinig gebruikt.
Het gebruik van infraroodpanelen als hoofdverwarming is dus alleen duurzaam, zoals hiervoor beschreven, de isolatie en ventilatie van een gebouw goed zijn, net als het gedrag van de eindgebruiker. Twee kleine onderzoeken uit 2019 duiden erop dat bewuste eindgebruikers een duidelijke besparing op energiegebruik kunnen behalen, maar dat dit voor een niet-bewuste groep gebruikers niet geldt.
Voor het warme water in douche en keuken is aparte voorziening nodig. Bijvoorbeeld een warmtepompboiler, een zonneboiler met elektrische na-verwarmer, een close-in boiler of een elektrisch doorstroomtoestel (een soort elektrische geiser, verwarmt alleen als er vraag is). Dat laatste toestel geeft een hoge piekbelasting op het elektriciteitsnet.
Er wordt wel gezegd dat een combinatie van zonnepanelen en IR-verwarming energieneutraal, of CO2-neutraal, kan zijn. Maar dat geldt hooguit op jaarbasis. De meeste opwek van elektriciteit van de zonnepanelen is tijdens de warmere maanden en overdag. Dat zijn de momenten dat de IR-panelen niet in gebruik zijn. Als in de toekomst alle elektriciteit duurzaam is, gaat de CO2-uitstoot van IR-panelen volledig naar nul.
Voor de eindgebruiker betekent het gebruik van infraroodpanelen dat het gebouw op een andere manier verwarmd wordt, met een andere comfortbeleving. Bij gebruik als hoofdverwarming moet het gebouw goed geïsoleerd te zijn. Alleen dan voorkom je een heel hoog elektriciteitsverbruik en klachten over het comfort. Doordat IR-panelen aan het plafond of wand hangen, kosten ze in het gebouw geen ruimte. Wel zijn misschien extra wandcontactdozen nodig om de panelen op aan te sluiten. Bij het aansluiten van meerdere panelen kan een zwaardere elektriciteitsaansluiting nodig zijn. Voor het warme tapwater zal een apart apparaat moet worden aangeschaft. Bij infraroodpanelen hoort ook koken zonder aardgas.
De investering in IR-panelen is vaak lager dan voor andere alternatieven voor aardgasvrij wonen. Daar staat tegenover dat de jaarlijks terugkerende energiekosten juist hoger zijn dan bij andere oplossingen.
Voor de netbeheerder betekent de grootschalige installatie van IR-panelen in meerdere woningen dat de piek in de elektriciteitsvraag in een buurt of wijk stijgt en dat netverzwaring nodig is. De netverzwaring leidt mogelijk tot graafwerkzaamheden en extra transformatorhuisjes. Het is belangrijk om op tijd contact op te nemen met de netbeheerder; die kan dan maatregelen nemen om de netcapaciteit waar dat nodig is uit te breiden. Voor bewoners kan het ook nodig zijn om de woningaansluiting te verzwaren; ook daar moet de netbeheerder werkzaamheden voor inplannen. De netbeheerder voor het gasnet kan misschien, als alle gebruikers van het gas af zijn, het gasnet verwijderen. Daar zijn kosten aan verbonden.
Op de site van Netbeheer Nederland vind je meer informatie over de rol en ondersteuning van de netbeheerder ten behoeve van de Transitievisie Warmte.
De techniek is nu al bruikbaar in gebouwen. Het is nog onbekend wat de levensduur van een IR-paneel is. In een IR-paneel zitten geen bewegende delen die onderhoudsgevoelig zijn. De garantie op de elektronische regeling (schakelaar of thermostaat) is meestal korter dan die op het paneel.
Er zijn nog weinig praktijkgegevens over het comfort en het energiegebruik in de praktijk. In een aantal projecten, onder andere bij Thuisbaas, wordt nu ervaring opgedaan die gebruikt kan worden voor toekomstige projecten.
Er zijn nu projecten die slimme regelingen voor het aansturen van IR-panelen ontwikkelen waardoor ze energiezuiniger kunnen functioneren.
English
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.