Bepaling van het warmtetarief
We maken onderscheid in de huidige situatie en de toekomstige situatie. Hieronder leggen we uit hoe dit wordt weergegeven in de infographic.
Nu – Warmtetarief gekoppeld aan gasprijs
Om te voorkomen dat een consument teveel betaalt voor warmte, stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ieder jaar de maximale warmtetarieven vast die warmteleveranciers in rekening mogen brengen. Om het maximale warmtetarief te bepalen, kijkt de ACM naar de gasprijs. Zo betaalt de gebruiker van warmte niet meer dan gebruikers van gas.

Toekomst – Kostengebaseerd warmtetarief
De warmtetarieven worden losgekoppeld van de gasprijs. In plaats daarvan wordt het warmtetarief gebaseerd op de onderliggende kosten van warmte. Dat biedt consumenten de zekerheid dat ze niet meer betalen voor warmte, dan de kosten die het warmtebedrijf maakt inclusief een redelijk rendement. De ACM krijgt de bevoegdheid om de tarieven vast te stellen. Hiervoor zijn veel gegevens nodig over de kosten van warmtebedrijven. De ACM verzamelt deze gegevens voordat de tarieven op deze manier vastgesteld kunnen worden.

Invloed stijging en daling gasprijs
Wat gebeurt er in de huidige en toekomstige situatie als de gasprijs stijgt of daalt?
Nu – Warmtetarief gekoppeld aan gasprijs
In 2021 begon de gasprijs al te stijgen. Door de koppeling met de gasprijs mochten warmtebedrijven daarom in 2022 een hoger maximaal warmtetarief in rekening brengen. Warmtebedrijven maken overigens ook hogere kosten. Zie ook de toelichting bij ‘inkoop- en productiekosten van warmte’.
Als de kosten van warmte minder zijn gestegen dan de kosten van gas, dan kan een warmteleverancier een hoger rendement maken in de huidige situatie. Elke twee jaar maakt de ACM een Rendementsmonitor. Als blijkt dat een warmtebedrijf teveel winst maakt, mag de ACM ingrijpen. Bovendien heeft de ACM aan warmtebedrijven gevraagd om het warmtetarief alleen te verhogen als dat nodig is. Veel warmtebedrijven hebben in 2022 dan ook een lager tarief in rekening gebracht dan ze maximaal mochten.
Toekomst – Kostengebaseerd warmtetarief
In de nieuwe situatie kan een warmteleverancier geen hoger rendement meer maken. De warmtetarieven zijn namelijk gebaseerd op de werkelijke kosten inclusief een redelijk rendement. De warmtetarieven kunnen wel in meer of mindere mate stijgen door de stijging van de gasprijs, omdat de werkelijke kosten toenemen.
Stijging gasprijs
In de figuur zie je het effect van een stijging van de gasprijs nu en in de toekomst. Uitgangspunt bij de figuur is dat vóór de stijging van de gasprijs de tarieven nu en in de toekomst gelijk zijn (stippellijn).
Nu is het warmtetarief gekoppeld aan de gasprijs en stijgt het maximumtarief (links). In de toekomst (rechts) stijgen de inkoop- en productiekosten van warmte vaak ook, maar in mindere mate. Het maximumtarief stijgt in de huidige situatie dus meestal harder bij een stijgende gasprijs.

Daling gasprijs
In de figuur zie je het effect van een daling van de gasprijs nu en in de toekomst. Uitgangspunt bij de figuur is dat vóór de daling van de gasprijs de tarieven nu en in de toekomst gelijk zijn (bovenste stippellijn).
Nu is het warmtetarief gekoppeld aan de gasprijs en daalt het maximumtarief (links). In de toekomst (rechts) dalen de inkoop- en productiekosten van warmte vaak ook, maar in mindere mate. Het maximumtarief daalt in de huidige situatie dus meestal harder bij een dalende gasprijs.

Als de prijs van aardgas stijgt, stijgen de kosten van veel warmtebronnen ook. Zo moet er voor sommige warmtebronnen gas en elektriciteit ingekocht worden, waarvoor de inkoopkosten zijn gestegen. Inkoopcontracten voor warmte van derden kunnen ook (deels) gebaseerd zijn op de gasprijs. Bovendien ontvangen duurzame warmtebronnen vaak een ‘SDE++’-subsidie. De hoogte van de subsidie hangt af van het verschil in kosten tussen gas en de duurzame bron. Dit verschil wordt kleiner als de gasprijs stijgt. Hierdoor wordt er vaak minder subsidie verstrekt.
De exacte invloed van de gasprijs op de kosten van inkoop- of productie van warmte verschilt per bron, zie figuur. Hoe groter de pijl in verhouding met de bovenste pijl, hoe groter de invloed van de gasprijs.
Stijging productiekosten piek-backup-installatie op aardgas (inclusief rendement vande ketel).
Inkoopcontract warmte gebaseerd op 70% van de marktprijs gas.
Inkoopcontract warmte gebaseerd op (percentage van) marktprijs voor gas, maar met een ‘cap’ op het inkooptarief.
Duurzame bron met SDE++ met lage warmteproductiekosten, bijvoorbeeld een afvalverbrandingsinstallatie.
Duurzame bron met SDE++ met hoge warmteproductiekosten, minder SDE++ subsidie bij hogere gasprijs (bijv. geothermie) en/of stijging operationele kosten (bijv. biomassa).
De figuur gaat alleen over de inkoop- en productiekosten. Door warmteverliezen in het warmtenet werkt een stijging van inkoop- of productiekosten harder door in de kosten voor levering aan de afnemer.